Dit artikel verscheen reeds in Konfrontatie.
Bokkenpootjes. Neusgrepen. Harde waterstralen. Armen verdraaien. Slaan, trekken… Het is all in a days’ work voor de smerissen die de A12 blokkade telkens weer moeten opheffen. De witte activisten die dit overkomt zijn stomverbaasd, verontwaardigd, maar hey, we hebben wel respect voor de politie.
Ok. Ik kan begrijpen dat je strategisch voor geweldloosheid kiest. Ik kan ook begrijpen dat je de smeris niet wilt provoceren omwille van de meest kwetsbare deelnemers in je actie. Maar ik mis een stuk solidariteit wanneer het voor deelname aan deze nu al bijna twee weken volgehouden blokkades voorwaarde is om respect voor de politie te hebben. Dat is ten diepste iets dat je niet van mensen kunt verlangen. Het toont ook hoe witte mensen, die het overgrote deel van de deelnemers aan deze acties vormen, weinig notie lijken te hebben van de dagelijkse praktijk van politieracisme en politiegeweld, bijvoorbeeld niet veel verderop in Den Haag, in de Schilderswijk. En dan heb ik het nog alleen over Den Haag.

“Overheid, red ons!” stond er op het spandoek. Het hing over de reling bij de vorige blokkade van de A12, op 28 januari. Waar komt dat vertrouwen dat het zin heeft om de overheid om redding te vragen vandaan? Als de coronapandemie ons iets heeft laten zien, dan is het wel: de overheid is er niet in geïnteresseerd om mensen te redden. We worden nog altijd geconfronteerd met Sociaal Darwinistische beleid dat de ouderen en kwetsbaarsten in onze samenleving opoffert op het altaar van de groei economie: het kapitalisme. Waarom zouden we van de overheid anders verwachten in de alles overheersende crisis, de grootste van deze tijd, waarvan het uitbreken van zoönose pandemieën slechts een uitwas is: de klimaatcrisis?